Binnen een relatie ben je tot op zekere hoogte afhankelijk van elkaar. Het is belangrijk dat je van elkaar op aan kunt en op sommige momenten heb je steun nodig van elkaar. Het mooiste is dan dat je de relatie samen kunt vormgeven vanuit bewuste keuzes en grenzen. Ik en jij wordt samen een wij, vanuit een gevoel van liefde, vertrouwen en vrijheid. Maar in veel relaties speelt ook een heel andere dynamiek: emotionele afhankelijkheid. Dat komt voort uit een bepaalde behoefte en die behoefte zorgt ervoor dat mensen elkaar aantrekken en dat er een relatie ontstaat. Je herkent in de ander dan precies datgene waaraan je zelf veel behoefte hebt en waarvan je onbewust het idee hebt dat je daar niet over beschikt. De behoefte gaat vaak ook over een deel van je ontwikkeling als kind dat niet helemaal tot zijn recht heeft kunnen komen. Bepaalde behoeften die je (ook weer onbewust) als kind had en die tijdens die belangrijke ontwikkelingsjaren niet zijn vervuld. Als je dan eenmaal volwassen bent, ontmoet je je partner en herken je onbewust wat deze persoon je in die onvervulde behoeften te bieden heeft.
Verwachtingen veroorzaken een enorme druk.
Dit kan heel lang standhouden. Maar het is belangrijk dat we begrijpen dat er door die behoeften in de relatie ook een verwachting ontstaat. Omdat we iets bij de ander herkennen (een kwaliteit die ons wel eens zou kunnen helpen om het probleem van de onvervulde behoeften op te lossen) wordt dat automatisch ook een verwachting. We gaan dan bijvoorbeeld pleasen. Geven om te krijgen. We blijven aan de ander “trekken” om maar te krijgen waar we zo enorm naar verlangen. We willen verbinden. Dénken we. Hoewel je jezelf diep verbonden wilt voelen, is er in feite dan geen sprake van echte verbinding; onze neiging om aan de ander te “trekken” komt vooral voort uit verlatingsangst (want stel je voor dat we de kwaliteit van de ander -die ons het gevoel geeft dat we compleet zijn- zouden moeten missen). We ontwikkelen verwachtingen (en soms zelfs claims) die bij de ander een enorme druk veroorzaken. De ander durft zich in zo’n situatie juist niet te verbinden uit angst om te verliezen óf voelt de enorme druk van een bepaalde verwachting en voelt zich daardoor verstikt. Daardoor heeft de ander ruimte nodig en kan de verbinding niet aangaan. Op dat moment is er sprake van een dynamiek tussen verlatingsangst en bindingsangst. En daarmee ontstaat er binnen de relatie dan ook een proces van aantrekken en afstoten. Dit zijn twee polariteiten, die steeds in elke relatie tevoorschijn kunnen komen en elkaar aantrekken en herhalen. Dat ontstaat natuurlijk niet meteen; zoiets ontwikkelt zich geleidelijk.
Je Innerlijk Kind is de sleutel.
Als je je hiervan bewust wordt, wordt het ook mogelijk om vanuit een ander perspectief naar deze situatie te kijken en kan er heling ontstaan. Door je van de situatie bewust te worden, ben je in staat om het gevoel (van het gemis en de behoefte) te omarmen en om je van daaruit te leren verbinden met de ander, zonder daar ook maar een enkele verwachting bij te voelen. Je kijkt dan vooral naar je Innerlijk Kind, naar de sleutel om te helen wat er in je jeugd is misgegaan. Je keert naar binnen, communiceert met je Innerlijk Kind en leert jezelf te geven wat je in feite onbewust altijd bij anderen hebt geprobeerd te halen. Dit is een enorme uitdaging. En dat kan alleen als beide partners totale veiligheid en vrijheid voelen, waarin je volledig jezelf kunt zijn, kunt geven in overgave, waarin mag gebeuren wat er wil gebeuren en waarin er een onvoorwaardelijk vertrouwen is dat alles er mag zijn. Maar je krijgt er iets fantastisch voor terug. Diepe heling, bevrijding van innerlijke blokkades en een vervuld leven waarin de pure en authentieke jij volledig tot zijn recht komt. En uiteindelijk een gezonde relatie in vrijheid, verbinding en onvoorwaardelijke liefde, waarin het geven en ontvangen in balans is en beide partners gelijkwaardig zijn aan elkaar.
Geef een reactie