“Laatst kreeg ik een bos bloemen van een vriend, en die heb ik niet aangenomen,” vertelde een cliënte me. Ik vroeg haar wat maakte dat ze dat niet had gedaan. “Ik had het gevoel dat hij dan iets van me wilde.” Zomaar iets krijgen roept vaak iets in ons op. Een ongemakkelijk gevoel. Alsof we meteen iets terug moeten doen. Of dat het een voorwaardelijk geven is. Voor wat hoort wat. Dat zie je ook bij complimenten. We vinden het vaak lastig om ze te ontvangen. Als iemand zegt dat ze je kleding mooi vinden, zeg je dan ook wel eens: “Oh, die heb ik al jaren in de kast hangen”?
Waarom geven we liever dan dat we ontvangen?
Waarom is het zo moeilijk om iets aan te nemen en gewoon ‘dankjewel’ te zeggen? Waarom geven we liever dan dat we ontvangen? Geven voelt veilig. Het geeft controle. Ontvangen vraagt iets anders. Zachtheid. Vertrouwen. Openheid. Ontvangen is voor veel mensen ingewikkeld. Echt ontvangen betekent: toelaten wat er binnenkomt. Niet alleen het mooie. Ook het moeilijke. Bovendien zit er nog een diepere laag onder. Want als het al lastig is om bloemen of een compliment aan te nemen, hoe is het dan om je ouders te ontvangen zoals ze zijn? Met alles wat je wel en niet gekregen hebt? Met de verlangens die ooit zijn blijven liggen? Ook dat is ontvangen. Ook dat vraagt ruimte in jezelf.
Dit zie je vooral terug in persoonlijke relaties. Geven en ontvangen raken hier weleens uit balans, omdat we niet gewend zijn te ontvangen en ons vooral richten op geven. In de hoop dat we daarmee geliefd worden. En de ander ons niet verlaat. Maar wat we vergeten, is dat we daarmee onszelf verlaten. Wanneer je oude pijn afweert, wanneer je gekwetste of afgewezen delen geen plek krijgen, dan werkt het door in je lijf. Je systeem raakt overbelast. En op de lange termijn kunnen klachten ontstaan: vermoeidheid, spanningen, ziekte. Een voedende relatie, met jezelf en met anderen, begint bij wederkerigheid. Bij durven geven en ontvangen. Het wezenlijke wat daarin verweven zit is dat je pas iets kunt doorgeven als je het zelf hebt ontvangen. Je kunt namelijk niet geven wat je zelf niet hebt.
Ontvangen kun je leren.
En dat begint bij het aannemen van je ouders zoals ze zijn. De mooie én minder mooie kanten. Als daar nog iets vastzit, is het waardevol om daarmee aan de slag te gaan. Ook de balans tussen hoofd en lijf speelt hierin een rol. Wanneer je een wandelend hoofd bent, is het moeilijk om met je hele lijf te ontvangen. Je bewoont je lichaam nog niet voldoende, waardoor wat je ontvangt nog niet helemaal binnen kan komen.
Oefen met geven en ontvangen. Om echt te kunnen ontvangen heb je verbinding nodig. Oprecht contact maken met de gever. En kunnen aannemen, in dankbaarheid. Want als je kunt ontvangen, ook wat ooit pijnlijk was, zul je het leven ontvangen zoals het voor jou bedoeld is. Dan komt er overvloed. En rust.
Oefen met geven en ontvangen. Om echt te kunnen ontvangen heb je verbinding nodig. Oprecht contact maken met de gever. En kunnen aannemen, in dankbaarheid. Want als je kunt ontvangen, ook wat ooit pijnlijk was, zul je het leven ontvangen zoals het voor jou bedoeld is. Dan komt er overvloed. En rust.
Geef een reactie